De Noordse Mythologie staat aan de grondlegging van de visie, de gebruiken en de tradities van dispuut Thoridor. Het manse karakter van de ruige Vikingen en de heldhaftige godensagen uit de Edda, is wat strijkt met het zijn van een Magni (lid van het dispuut, vernoemd naar een zoon van Thor).
Hoewel voor de Noormannen het ideaalbeeld gekenmerkt werd door de oppergod Odin, kent dispuut Thoridor in de eerste plaats affiniteit met de meest krachtige, manse en dranklustige god van allemaal. Een naam die in Asgard verwondering en respect teweeg brengt, in het reuzenrijk louter huiveringen, rillingen en slechte flashbacks. Thor. Een naam die in Enschede onder vrienden blijdschap teweeg brengt, een naam die in Enschede onder de rest jaloezie en respect afdwingt.
Thor
Thor is de god van de donder. De donderdag is dan ook naar Thor vernoemd en dit strijkt met de donderdag avond, Thors avond, van het dispuut. Toen Thor nog jong was, was hij al breder dan de meeste goden lang waren en sterker dan de rest van de goden ooit zou worden. Eenmaal volwassen, was Thor een reus gelijk, met dezelfde dan niet grotere kracht.
Thor is de zoon van Odin en de aardgodin Frigg. Als kind bezat Thor niet alleen over enorme kracht. Van jongs af aan barstte hij ook van het karakter en liet hij zijn eigen ideeën en meningen over onderwerpen er al op na. Door zijn opstandige karakter, werd de opvoeding overgelaten aan twee bliksemgeesten, Vingnir en Hlora.
Mjölnir
Mjölnir is het strijdwapen Thor en staat dan ook symbool voor het dispuut. Thor is de enige die hamer Mjölnir op kan tillen en alles wat door deze hamer wordt geraakt, zal volledig worden verwoest. Samen met het onheilspellende symbool, de bliksemschicht, vormt Mjölnir dan ook het logo van dispuut Thoridor. Mjölnir werd gesmeden door de dwergen Brokk en Eitri. Nadat Loki schuldig was bevonden aan de verdwijning van de gouden lokken van Sif, de vrouw van Thor, werd hij gedwongen om nieuw haar voor Sif te vinden. Hij ging naar Svartalfheim, een van de negen werelden en thuishaven van de dwergen. Hier zetten hij de zonen van Ivaldi op tegen Brokk en zijn broer Eitri, in een weddenschap om de mooiste schatten voor de goden te smeden. De zonen van Ivaldi maakten Sifs gouden haar, Freyrs schip Skidbladnir en Odins speer Gungir. Brokk en zijn broer maakten het everzwijn Gullinbursti, de gouden ring Draupnir en de oppermachtige Mjölnir.
De Edda
De reden dat we vandaag de dag zo veel over Thor en de Noordse mythologie weten, is door Snorri Sturluson. Hij is verantwoordelijk voor de belangrijkste verzameling van literaire werken uit Noordse mythologie, de Edda. De Edda bestaat uit twee delen. Een proza Edda, de jongere Edda geschreven door Snorri, en de Poëtische Edda, ook wel bekend als de Oude Edda, een verzameling van historische heldenliederen.
Snorri Sturluson werd geboren in 1179, en groeide in zijn jonge jaren op in de welvarende en invloedrijke Sturlungar-familie in het plaatsje Hvammur op IJsland. Toen hij nog maar drie lentes jong was, had Snorri zijn vader een geschil met de machtigste man van het IJslandse gemenebest, Jón Loftsson, en Jón stelde voor Snorri op te voeden in het kenniscentrum Oddi als oplossing voor hun geschil. Het dorpje Oddi streef als kenniscentrum ver vooruit in zijn tijd. Dit is dan ook de reden dat de schriftgeleerde van dispuut Thoridor de naam Oddi draagt.
Als teken van respect ging de vader van Snorri akkoord met het voorstel van Loftsson en op driejarige leeftijd vertrok Snorri uit zijn ouderlijk huis, waar hij nooit meer terug zou keren.
Snorri Sturlusons wijsheid en karakter, zorgde ervoor dat hij zeer snel bekend stond als dichter, succesvol advocaat en staatsman. In 1215 werd Snorri wetsspreker van de Althing. De Althing was het wetgevende en rechtsprekende instituut van IJsland. Snorri vervult deze functie tot zijn aftreden in 1218 en verhuist naar het Noorse Rijk. Hier raakt hij bevriend met koning Hakon Hakonarson en wordt zijn woordvoerder. Hakon weet veel invloed uit te oefenen op Snorri, en overtuigt hem het IJslandse gemenebest bij Noorwegen te voegen. Hiermee verwierf Snorri vele vijanden onder de IJslandse stamhoofden. Snorri raakte betrokken bij hun onsuccesvolle opstand tegen koning Hakon en werd wegens zijn loyaliteit in zijn buitenbad vermoord.
Ontstaan van de werelden
In het begin der tijden was het universum verdeeld in twee delen, met daartussen een onmeetbaar grote gapende leegte, de Ginnungagap. Ten zuiden van deze kloof lag Muspelheim, een vuurwereld waar alles altijd brandde. Aan de rand van deze vlammen stond Surtr met zijn enorme vuurzwaard Surtalogi, waarmee hij weerzinwekkende dingen kon verzetten. In het noorden van de de Ginnungagap lag het altijd koude donkere Niflheim, een ijzige wereld waar maar weinig leven was.
Waar in Ginningagap de gletjes van Niflheim en het vuur van Muspelheim samen kwamen, ontstond leven. De enorme reus Ymir, voorouder van alle reuzen en Audhumla, de oerkoe die zich voedde met het ijs van Niflheim. Ymir voedde zich met de melk van de Audhumla, die als rivieren uit haar uiers stroomde. Uit het ijs likte Audhumla Búri vrij, de oervader van de goden.
Terwijl Ymir sliep, baarde het kinderen: uit zijn linker oksel kwamen en mannelijke en een vrouwelijke reus, uit zijn benen een zeskoppige reus. Van deze reuzen stammen alle reuzen af. Búri nam een vrouw en kreeg een zoon, Bor. Bor trouwde op zijn beurt Bestla, de dochter van een reus, en ze kregen samen drie kinderen: Odin, Vili en Ve. Uit deze drie zoons zullen de Noordse goden ontstaan.
Odin en zijn broers Vili en Vé vermoordden Ymir. Zonder Ymir zou leven mogelijk zijn. Van zijn gigantische lichaam maakten ze de wereld zoals wij die nu kennen. Zijn bloed vormde de zeeën en de meren, van zijn vlees werd de aarde gemaakt, zijn botten vormden de bergen en uit zijn tanden en botsplinters onstonden de kiezels en stenen. De goden schiepen de wereld als een grote cirkel. Het deel langs de randen gaven de goden aan de reuzen als thuis. Dit was Jotunheim, waar de reuzen op wraak zonnen voor de moord op Ymir. In het midden, omringd door de oceaan, gebruikten de goden Ymirs wenkbrauwen om een fort te bouwen tegen de vijandige reuzen. Dit noemden zij Midgaard, of ‘Midden-Aarde’. Ten slotte namen de goden Ymirs hersenen, om de wolken te creeën zoals wij die nu kennen.
De goden zetten de donkere reuzin Nótt en haar heldere en knappe zoon Dagr in de lucht om elkaar elke vierentwintig uur rond de wereld na te jagen. De goden namen de beeldschone broer en zus, Máni (‘maan’) en Sól (‘zon’) en plaatsten hen ook in de lucht. Aan de hand van hun bewegingen werd de cyculs van dagen, maanden en jaren in werking gesteld. Odin, Vili en Vé liepen langs de nieuw gevormde zeekust en vonden twee boomstammen. Hieruit schiepen de goden de eerste twee mensen. De man noemden ze Ask (‘es’) en de vrouw Embla (‘iep’), en van hen stamde het menselijk ras af. De goden gaven Ask en Embla Midgard om te wonen. Nadat ze dit gedaan hadden, bouwden ze de Bifröst. Deze regenboogbrug was de verbinding tussen Midgaard en Asgard, het godenrijk.
Odin
In het godenrijk werd Odin, de Alvader, door de vikingen als belangrijkste god gezien. Hij was avontuurlijk van aard en ging vaak op verkenningstochten ver buiten zijn eigen vertrouwde koninkrijk. Dit deed hij met één hoofddoel: het vergaren van ultieme kennis over alles wat er gebeurd was, gebeurde en ging gebeuren in de negen werelden. Deze kennis vergaarde hij via zijn raven Huginn en Muninn, die elke dag over de negen werelden vlogen en Odin al het nieuws in zijn oren fluisterden. Odin was een krachtfiguur pur sang, maar vooral ook een echte diplomaat; fysiek van goddelijke kracht, maar stelde altijd de rede en het verstand voor het onnodige moorden. Hierin stond hij tegenover Thor, wat de moeilijke opvoeding van zijn zoon verklaarde.
Het onuitputtelijke streven naar absolute kennis komt in extreme terug in het offer wat Odin heeft gemaakt in ruil voor kennis. Er was een reus, Mímir, bewaarder van de bron van wijsheid. Deze reus dronk iedere dag van de bron van wijsheid en speelde schaak tegen zichzelf. Odin, eeuwig begerig naar kennis en wijsheid, wilde hier ook van drinken, maar moest daar een prijs voor betalen. Mímir vroeg Odin hoeveel hij voor deze wijsheid over had, en stelde aan Odin voor om zelf een offer te maken. Odin stelde dat hij één oog zou offeren ojm van de bron te mogen drinken. De reus Mímir was stomverbaasd en ging akkoord met het voorstel. Odin graaide zijn oog uit zijn eigen hoofd, en gooide deze met al zijn kracht in de bron. De reus Mímir, onder de indruk van het offer van Odin, verzorgde Odin tot hij beter was en ging met hem mee terug naar Asgard. Met de Odins oog op de bodem van de bron van de wijsheid, wordt Mimir de raadgever van de goden.
De Yggdrasil
In het centrum van de kosmos staat de gigantische boom Yggdrasil. Haar takken spannen zich van Asgard tot aan Helheim en van Vanaheim tot aan Svartalfheim. De Yggdrasil is het middelpunt van alle werelden en is de plek waar Odin zijn kennis over de runen vergaarde. De boom wordt onderhouden door drie Nornen, die bij de bron van Urd aan de voet van de levensboom leven. De drie Nornen zijn drie zusters die het noodlot van mens en god bepalen door runen in de stam van de boom schetsen.
Odin keek vanuit Asgard naar de Nornen en was jaloers op hun krachten en wijsheid. Hij zette zijn wil op het leren van de runen, en zodoende alwetend worden. Odin wilde bewijzen dat hij waardig genoeg was om de betekenis van runen te begrijpen. Hij hing zichzelf op aan de takken van de Yggdrasil en spieste zichzelf met een speer door zijn borst. Hij staarde naar de leegte onder hem. Dagenlang bleef hij turen naar de schaduwrijke wateren van de bron van Urd. Hij wees alle hulp van de goden af. Elke slok water sloeg hij af en riep naar de runen. Wankelend op de afgrond die de levenden en de doden scheidt, overleefde hij al schreeuwend naar de runen. Negen dagen en negen nachten lang. Aan het eind van de negende nacht zag hij vormen in de diepte: de runen! Na negen dagen en negen nachten hadden de Nornen Odin waardig genoeg bevonden de betekenis van de runen te begrijpen.
Mede door deze kennis werd Odin een van de machtigste van de kosmos. Hij leerde gezangen, die hem in staat stelden emotionele en lichamelijke wonden te genezen, zijn vijanden te binden en hun wapens waardeloos te maken. Hij leerde gezangen, die hem in staat stelden zichzelf te bevrijden van beperkingen, vuren te blussen, beoefenaars van kwaadaardige magie te ontmaskeren en zijn vrienden in de strijd te beschermen.
Walhalla
Odin was niet alleen god van kennis en wijsheid, maar was ook de god van het hiernamaals. Odin bepaalde wie er in zijn rijk, Walhalla, terecht kwamen en wie niet. In Walhalla worden de vikingen gehuisvest die waardig genoeg zijn gestorven in de strijd. Het dak van het goudkleurige Walhalla is gemaakt van schilden, heeft speren als spanten, stoelen van borstplaten en is omringd door vele feesttafels. De poorten worden bewaakt door wolven en adelaars fungeren als verkenners.
De Einherjar, de strijders die waardig genoegen zijn bevonden en in Walhalla verblijven, leiden een leven dat de droom van elke Viking-krijger was. De hele dag vechten ze met elkaar en verichten ze talloze moedige daden. Elke avond worden al hun wonden genezen en zullen ze volledig herstellen. Ze worden elke avond onthaald met een diner, waar het eten en drinken niet op raakt. Het zwijn Saehrímnir, waar het vlees vandaan komt, komt telkens weer tot leven, nadat het wordt geslacht. Hun godendrank is bier dat afkomstig is uit de uiers van de geit Heiðrun. Er wordt tot laat in de avond gefeest en er worden de meest legendarisch verhalen verteld.
Thor en zijn reis naar Jotunheim
Een van die legendarische verhalen is het verhaal van Thor en zijn reis naar Jotunheim. Op een dag reist Thor met Loki af naar een andere wereld, de wereld waar de reuzen woonden, en hier stond hem een groots avontuur te wachten. Eenmaal aangekomen bij de reuzen kwam Thor het enorme fort Útgard tegen. Dit fort had poorten nog hoger dan kathedralen en hij ontmoette hier koning Utgardaloki. Deze koning daagde Thor uit voor drie uitdagingen om de legendarische verhalen die over Thor rondgingen te bewijzen.
De eerste uitdaging luidde als volgt: er werd Thor een drinkhoorn aangeboden en de uitdaging was om hem ad fundum leeg te drinken. Het was de langste en grootste hoorn die Thor ooit had gezien, maar er was geen hoorn die hij niet in een teug kon leegdrinken. Thor zette de hoorn aan zijn lip en begon te drinken. Het water was koud en zout, maar Thor bleef teugen en teugen tot hij werkelijk niet meer kon. Na al zijn inspanning leek het alsof er niets veranderd was aan de inhoud van de hoorn. Na een tweede poging was er slechts een duimlengte uit de hoorn verdwenen en na een derde poging wist Thor dat hij de hoorn niet leeg zou krijgen.
In de volgende uitdaging gaf de koning Thor de opdracht zijn huiskat van de grond te tillen. Dit zou hem hoe dan ook lukken, Thor stond bekend om zijn onuitputbare kracht en de kat was niet veel groter dan hijzelf. Thor pakte de kat om zijn middel en begon te tillen. Na het loslaten van al zijn goddelijke kracht op de kat, kreeg hij enkel één poot iets van de grond, voordat deze met daverend kabaal terug op de grond klapte. De moed zonk Thor in de schoenen. Nooit eerder had hij getwijfeld aan zijn kracht.
De derde en tevens laatste opdracht was een worstelpartij tegen een reus. Thor, die bekend stond als de Reuzenverslinder, was furieus en eiste dat de koning welke reus dan ook op hem afstuurde. Utgardaloki koos een oude en vervallen vrouwelijke reus genaamd Elli. Thor was verbaasd, maar begon vol woede aan de partij. Hij kon de oude reuzin niet overweldigen. Hij werd op een knie gedwongen en Thor verloor voor de ogen van iedereen de partij.
Thors ego was compleet gekrenkt, en hij wilde maar wat graag afdruipen. Echter, kwam de koning met een grote onthulling: bij elke opdracht was Thor in de waan gebracht door een illisie. De drinkhoorn was eigenlijk de gehele oceaan en Thor had zo hard gedronken dat eb en vloed waren ontstaan. De kat was eigenlijk Jormungandr, de midgaardslang die Midgard omcirkeld. Door het tillen en trekken van Thor was de as van de aarde verschoven en waren de seizoenen ontstaan. De oude reuzin was eigenlijk de ouderdom. Geen enkel levend wezen wint het van ouderdom en weet zelfs de goden na verloop van tijd uit te putten.
Thor faalde in zijn poging het onmogelijke te bereiken, maar ondertussen veranderde hij de wereld op een manier die niemand voor mogelijk had gehouden. Alles eist uiteindelijk zijn tol, zelfs werelden gaan hier niet aan voorbij. Werelden worden geleefd en beleefd, en uiteindelijk verliezen ze het ook van de tijd…
Ragnarok
Baldr
Het eind van de wereld begon bij Baldr. Baldr was een zoon van Odin en Frigg. Hij was een zeer schone en goede god, en zolang hij in zijn paleis woonde, zou het licht over de aarde schijnen. Zijn intelligentie en spreekvaardigheid waren buitengewoon en dit alles maakte een ieder blij in goede en slechte tijden. Op een dag krijgen Baldr en zijn moeder Frigg dezelfde droom. In deze droom werd geopenbaard dat Baldr vermoord zou worden. Frigg, uit liefde voor haar zoon, zoekt een oplossing om haar angst te ondedrukken. Ze laat elke levend wezen de belofte doen Baldr niet te vermoorden. Alle levende wezens doen deze belfote. Ze ziet alleen de onopvallende maretak over het hoofd.
Toen Frigg alle negen werelden af was geweest, was er feest in Asgard. De godendrank vloeide rijkelijk en er werd gedanst. Sommige goden werden baldadig en jolig en een van de goden schopte een steen tegen Baldr aan. Goedaardig als hij was nam hij het de reus niet kwalijk. De steen kon hem echter ook niet veel doen vanwege de belofte die alle levende wezen hadden gedaan. Loki, die geen onderdeel was van de feestvreugde, keek met argusogen toe. Baldr kwam er volgens Loki, maar altijd veel te goed vanaf. Uit jaloezie bedacht Loki een list. Hij maakte van de maretak, die de belofte niet aan Frigg had afgelegd, een pijl en geeft deze aan de blinde Hodr, die het spektakel niet helemaal meekrijgt. Hij liet Hodr de maretak op Baldr afvuren, alsof het onderdeel is van het amusment van de avond, en doodde hiermee Baldr. Baldr sterft niet strijd en verdwijnt naar Helheim.
Heel Asgard was diep in rouw. Frigg, radeloos als ze was, ging naar Hel om te vragen of Baldr terug mocht keren naar het rijk van de levenden. Hel stemt toe als ze elk levend wezen in de negen werelden zo ver kreeg om hiermee in te stemen. Bijna iedereen stemde in met het terugkeren van Baldr. Iedereen behalve een reus, die eigenlijk Loki in gedaantewisseling was. Dit ontketende een nog grotere afkeer tegen Loki en de goden namen Loki gevangen. Ze konden Loki niet doden, maar wel doden ze zijn zoons Nari en Narfi, om Loki vervolgens in een grot met de ingewanden van zijn zoons vast te binden. Boven hem hingen ze een slang die 24 uur per dag en zeven dagen per week gif op zijn voorhoofd druppelde. Zijn vrouw, Skaði, hield een bakje onder de slang waar het gif in kon druppelen. Echter als zij het bakje moest elgen, kwam het gif op het voorhoofd van Loki, en dan brulde hij zo hard dat de hele aarde trilde. Dit is waar aardbevingen vandaan kwamen.
Fimbulvetr
De spanningen liepen op door de moord op Baldr en de gruwelijke lijfstraf op Loki. Baldr, die bekend stond om het licht dat hij liet schijnen over de werelden, stond ook bekend als de god van de lente. De eerste winter na zijn dood kwam er maar geen lente en dus ook geen zomer. Deze oneindige winter hield drie jaar aan en staat bekend als de Fimbulvetr. Na drie jaar winter, is iedereen die nog niet gestorven is van de enorme laag sneeuw, de daarbij komende kou en het tekort aan zonlicht en voeding zijn moraal totaal kwijt. De wijze goden uit Midgaard waren dwazen die alleen om zichzelf denken geworden. Familiebanden stelden niks meer voor en van origin eerlijke mensen werden bedrieglijk en achterbaks. Er werden talloze oorlogen uitgevochten. Broers vochten tegen elkaar om elkaar genadeloos uit te moorden.
De Gjallarhoorn klinkt door de Negen Werelden
Na drie jaren van extreem erbarmelijke omstandigheden, klonk de Gjallarhoorn. Het blazen op de Gjallarhoorn luidde het begin van de eindtijd in, de Ragnarok. Na het horen van het geluid uit deze hoorn, zou elk levend wezen zich begeven naar de vlakte Vigrid. Geen wereld of ademend wezen was uitgesloten. De blazer van de Gjallarhoorn, Heimdall, was de poortwachter van de brug tussen Asgaard en Midgaard, de Bifröst. Heimdall had meerdere redenen voor het blazen van de Gjallarhoorn; de reuzen braken op dat moment door de muren van Jotunheim, op zoek naar leefbaar gebied en eten; de doden vaarden weg uit Helheim, vanwege een overschot aan doden, om over de rivier het levende rijk proberen te bereiken; de vuurreuzen hadden de Bifröst bereikt.
Iedereen geschrokken van de Gjallerhoorn, verenigde zijn krachten en ging naar het gigantische slagveld Vigrid, wat wel meer dan 500 kilometer breed was. Op dit slagveld zou de eeuwige strijd tussen orde en chaos beslecht worden. De avond voor de strijd op het slagveld, verslonden de wolvenbroeders Skalli en Hati Sól, de zon, en Mani, de maan. De toon was gezet, de kosmos was totaal zwart geworden en volledig uit verhouding. Het missen van de zon en maan resulteerde in het schudden van het hele heelal, de aarde woedde als nooit tevoren. Door het schudden van het heelal kon Loki zich ontdoen van zijn boeien, om vervolgens zijn zoon, de wolf Fenrir, ook van zijn boeien te ontdoen. De wolf Fenrir was zo gigantisch, dat als hij zijn mond opensperde met de onderkant van zijn bek de wereld raakte, en met de bovenkant het uitspansel raakte. Door het horen van de Gjallarhoorn, rees de Midgaardslang Jormungandr ook vanuit de diepste oceanen op. Eggther tokkelde vanaf zijn eigen graf op zijn harp, lachend naar het opkomende slagveld op Vigrid. De rode haan Fjalar zal naar de reuzen kraaien en de gouden haan Gullinkambi zal naar de goden kraaien. Een derde haan zal de doden doen herrijzen uit Helheim.
Het Laatste Gevecht
De veldslag begon, en de hondenduizenden reuzen stelden zich op tegen Odin en de 432.000 helden en krijgers uit Walhalla. Odin zelf, ging de strijd aan met Fenrir, en gaat heldhaftig ten onder aan de kracht van de wolf. De zoon van Odin, Vidar, was zo heet van woede, dat hij in een keer de volledige bovenkaak van Fenrir lostrok door zijn voet op de onderkaak te zetten en zo de enorme bek open te splijten.
Loki en Heimdall vochten tegen elkaar, en wisten elkaar te verslaan. Tyr wist de hellehond Garmr te verslaan, maar bezweek kort daarna aan zijn ernstige verwondingen en het vuur van Surt. Thor vocht met Jormungandr en weet met de enorme kracht van zijn Mjölnir de Midgaardslang te doden. De slang kwam met een overdonderende klap op de grond en spuwde daarbij zijn gif over Thor heen, waaraan hij stierf. Kort hierna, verspreidde de vuurreus Surt een ongelofelijk vuur over de hele wereld. De aarde zakte weg in zee…
In deze nieuwe wereld ontmoeten de zonen van Thor en Odin, Magni en Modi en Vidar en Vali elkaar. Deze wereld komt overeen met het toenmalige Asgard. Baldr en Hodr komen terug uit het rijk der doden, Helheim, en voegen zich bij zonen van Odin en Thor. Zij zijn het begin van de nieuwe wereld.